Daniël Jumelet in 'De Gelderlander': "Bezuinigen is een louteringsproces"
Gemeenten moeten enorme bezuinigingen doorvoeren. Dat vraagt pijnlijke maatregelen. Gemeenteraden zouden zich hier actiever mee moeten bemoeien en als het nodig is doorvragen tot de ‘cijfers achter de komma’. Want te vaak wordt onnodig gesnoeid in voorzieningen en te weinig gedaan aan ambtelijke overhead. Waarmee bewoners en verenigingen die actief willen bijdragen om de boel draaiende te houden, buitenspel worden gezet.
Gemeenten staan op dit moment met de rug tegen de muur. Al een paar jaar staan diverse bezuinigingen ingepland, maar nu moet er worden doorgepakt. De manier waarop Den Haag met de crisis omgaat, helpt niet mee. Daar ziet men de gemeenten als ideale afschuifplek. Tal van landelijke regelingen worden bij de gemeente neergelegd, zoals de jeugdzorg en de AWBZ. Waarbij wel het werk naar de gemeente toekomt, maar slechts een deel van het benodigde geld.
Als gemeenteraadslid maak ik dit van dichtbij mee. Het is aan de gemeenteraad om definitief de pijnlijke beslissingen te nemen. Die verantwoordelijkheid en de urgentie wordt door veel raadsleden gevoeld. Echter, gemeenteraden zijn niet toegerust om al die bezuinigingen zelf uit te werken. In veel gemeenten is een kerntakendiscussie gevoerd, om op grote lijnen te bepalen wat wel en wat niet noodzakelijk door de gemeente moet worden gedaan. De details en precieze uitwerking gebeurt door ambtenaren, aangestuurd door het college van burgemeester en wethouders.
In dat laatste zit een knelpunt. Want in essentie zijn bezuinigingen voor het grootste deel alleen te realiseren door het aantal werknemers terug te brengen. In de afgelopen decennia zijn ondersteunende afdelingen van organisaties behoorlijk gegroeid (‘overhead’ in vaktermen). Dat geldt voor bedrijven, maar nog meer voor gemeenten. Denk aan communicatie, automatisering, administratie en het opstellen van beleid voor stadsontwikkeling, sociale dienstverlenging, horeca, veiligheid, enzovoort. Het is voor iedereen, dus ook voor ambtenaren, moeilijk om collega’s of zichzelf overbodig te verklaren. Daarom wordt in veel gevallen rondgekeken in de gemeente of er niet andere kostenposten zijn waar geld te halen is. De blik richt zich dan al snel richting voorzieningen, zoals wegen, groen, sportaccommodaties, theaters, kinderboerderijen en speeltuinen. Zeker als deze niet primair van belang zijn voor een gemeente of qua onderhoud wel ‘een tandje minder mogen’. In mijn gemeente Culemborg betekent dit dat de gemeente van plan is om de jachthaven te verkopen, naast tal van andere bezuinigingsdoelen. Beoogde besparing: 100.000,- Euro.
In de casus van de jachthaven laten de cijfers al snel zien dat een directe besparing beperkt is. Het overgrote deel zit in de ambtelijke overhead voor de haven die verminderd moet worden. Dat betekent dat het gemeentebestuur zichzelf verplicht om voor dat bedrag in de gemeentelijke organisatie te gaan snijden.
Het is echter lastig om dit te halen, want het grootste gedeelte van die uren wordt niet werkelijk aan de haven besteed. Voor de boekhouding van de gemeente is dat verdedigbaar: het is ondoenlijk om ieder uur ondersteuning precies toe te rekenen aan ieder afzonderlijk product. Maar het mag duidelijk zijn dat een papieren werkelijkheid een te wankele basis is om pijnlijke bezuinigingen op te baseren.
Daarnaast speelt het feit dat minstens hetzelfde bedrag bespaard kan worden door alleen de exploitatie uit te besteden. Dit scenario heeft als voordeel dat de gemeente de regie houdt over een belangrijk stuk stad én er ruimte blijft voor een actief verenigingsleven dat bij wil dragen aan de instandhouding. In het ambtelijk proces is deze mogelijkheid te snel als gepasseerd station bestempeld. Terwijl de raad hierin juist een gefundeerde keuze moet (willen) maken als volksvertegenwoordiging. Nu lijkt het of de raad gedwongen is vanaf de zijlijn toe te kijken hoe een belangrijk stuk gemeenschappelijk bezit onder de waarde wordt verkocht.
Het grootste probleem in situaties als deze ontstaat wanneer de raad onvoldoende wordt betrokken in de besluitvorming, terwijl hij er uiteindelijk wel verantwoordelijk voor is. In de verhoudingen tussen raad, college en ambtenarenorganisatie heeft het college dikwijls de neiging te dicht tegen de gemeentelijke organisatie aan te staan. Maar het is juist van belang om de raad helder inzicht te geven in de kale feiten, zonder met allerlei argumenten naar een van tevoren vaststaand doel te redeneren.
De raad vertegenwoordigt de inwoners en moet als instrument gebruikt worden om het gemeentelijk apparaat op orde te brengen. Het zou verstandig zijn wanneer colleges van B&W de raad hierin zo goed en zo objectief mogelijk zouden ondersteunen. Door actief, neutraal en met voldoende detail te informeren en meerdere scenario’s open te houden. De raad op haar beurt dient zich kritischer op te stellen richting college en organisatie. Hij moet actiever inwoners met hun deskundigheid betrekken in de moeilijke afwegingen die genomen moeten worden.
Opdat behouden blijft wat waardevol is, gezamenlijk optrekkend met inwoners. Zo wordt bezuinigen een louteringsproces, beginnend bij de bestuurscultuur.
Dit artikel verscheen op 16 februari in 'De Gelderlander'.
Nieuwsarchief Fractie > 2013
december
november
- 19-11-2013 - Culemborgse Courant: "Raadspraat: Volksvertegenwoordiging"
- 04-11-2013 - Een vaste koers: Visie van de ChristenUnie op zwembad, Sprokkelenburg en Monumentensubsidie
oktober
- 29-10-2013 - Verkiezingsprogramma en kandidatenlijst vastgesteld
- 08-10-2013 - Thema-avonden: christen-zijn in crisistijd - Leren van Dietrich Bonhoeffer
juli
- 25-07-2013 - Gemeentelijke glasvezelverbindingen: Begin van een heilloze weg?
- 05-07-2013 - Om het behoud van de klasse van de stad
juni
- 05-06-2013 - Kiezen? Valt er wat te kiezen, dan?
- 05-06-2013 - Daniël Jumelet in Culemborgse Courant: "Snijden in het ambtelijk apparaat is onvermijdelijk"
Reacties op 'Daniël Jumelet in 'De Gelderlander': "Bezuinigen is een louteringsproces"'