Om het behoud van de klasse van de stad
Op 4 juli 2013 vond het debat over de Perspectiefnota plaats in de gemeenteraad. In de nota staan de aanzetten voor de begroting van 2014. Dit jaar belangrijker dan ooit, omdat grote bezuinigingen voor de deur staan. Tijdens het debat heeft Daniël Jumelet in zijn algemene beschouwing de visie van de ChristenUnie uitgesproken. De tekst van de beschouwing is hier te lezen.
Het is 2013 en de crisis duurt langer dan verwacht. Dat betekent dus ook dat we de kosten sterker moeten beheersen dan gedacht. Inkomsten staan méér en méér onder druk. Met de transities komen extra taken op ons af, helaas samen met een behoorlijke korting op het benodigde geld. Tegelijkertijd plaveit de Provincie de weg naar preventief toezicht. Kortom: het waterpeil begint aardig te stijgen…
In voorbijgegane jaren van voorspoed is veel opgebouwd in Culemborg. Méér dan we nú, met de huidige tegenspoed, met publiek geld overeind kunnen houden. Daarnaast was het in goede jaren makkelijk om verspilling te laten bestaan. Nu we op de kleintjes moeten letten, doet die verspilling pijn.
Wat de ChristenUnie betreft zijn de opdrachten helder:
- Ondersteuning van inwoners die het niet volledig op eigen kracht redden, is geen luxe, maar een fundamentele waarde van onze samenleving. We zullen dit op peil móeten houden;
- Het sluitend maken van de exploitatie van voorzieningen op het gebied van sport, kunst, cultuur en onderwijs, zal steeds minder, of in het geheel niet meer, mogelijk zijn vanuit publiek geld. Willen we de stad aantrekkelijk houden, dan zal dit op een andere manier moeten worden ingevuld;
- Structurele verspilling van publiek geld moet worden teruggedrongen en voorkomen.
De eerste opdracht spreekt eigenlijk voor zich. Echter, daar moeten we in economisch zware tijden méér ons best voor doen. Bovendien hebben de transities in het sociale domein tot gevolg dat het ons per saldo nog meer gaat kosten. Daar kunnen we niet omheen, tenminste dat vindt de ChristenUnie. En dat betekent tegelijkertijd dat de belangrijke keuzes die we kunnen maken, vooral relevant zijn ten aanzien van de twee overige opdrachten. Hier ga ik graag nog iets verder op in.
Minder publiek geld betekent voor cultuur én sport: óf opheffen, óf anders organiseren. Voor zaken als een zwembad, een sportveld of een theater geldt dat de exploitatie uit zichzelf onvoldoende kostendekkend is. Om deze tekorten aan te vullen, kan niet langer een beroep worden gedaan op publiek geld, omdat het er niet meer ís. Tegelijkertijd zijn die voorzieningen wel heel belangrijk voor de klasse en de kwaliteit van de stad. Ze bepalen namelijk zowel het welzijn als de aantrekkingskracht. Beide zijn belangrijk. Niet alleen gevoelsmatig, maar ook financieel. Dit omdat het mede van invloed is op huizenprijzen en grondprijzen. Het is eigenlijk best logisch dat de overheid de zorg voor voorzieningen in goede tijden naar zich toe heeft getrokken. Maar nu zullen we er als samenleving weer met z’n allen de schouders onder moeten zetten. Zodat we díe zaken die we belangrijk vinden, overeind kunnen houden. Dat kan door samen meer dingen zelf te doen, of nieuwe bronnen van inkomsten aan te boren, of als gebruikers meer te betalen voor de voorzieningen die we benutten.
Anders omgaan met onze voorzieningen is tegelijkertijd een kans én een uitdaging. Want bijvoorbeeld bij het zwembad heb ik gemerkt dat de nieuwe situatie leidt tot het opbloeien van creativiteit en saamhorigheid. Wát een kracht komt er aan de oppervlakte! Wát een betrokkenheid! Maar het vraagt tegelijkertijd om een andere houding bij de gemeente. Want als we inwoners vragen om uit liefde voor de stad offers te brengen, dan zal de gemeente díezelfde liefde voor de stad moeten uitstralen. Het vraagt daarbij om durf, namelijk om zaken aan bewoners in vertrouwen over te laten. Misschien genoegen te nemen met een minder professionele, maar zeker zo betrokken invulling. Het vraagt ook om een goede bezinning op de positie van de gemeenteraad, als het democratisch gekozen onderdeel van het gemeentebestuur. En het vraagt van dat bestuur een houding van meedenken, in plaats van controleren en verschuilen achter regeltjes.
Gelukkig heb ik hier de afgelopen tijd mooie voorbeelden van meegemaakt. In de gemeentelijke organisatie manifesteren zich steeds meer ambtenaren die tot in hun vezels betrokken zijn op het welzijn van de stad en die de klasse van deze stad hoog willen houden. Dát, terwijl er grote veranderingen op komst zijn voor de ambtelijke organisatie.
Want daar gaat het om bij de derde opdracht die we hebben: Het terugdringen en voorkomen van verspilling. Daarbij is duidelijk dat de ambtelijke organisatie een verandering, een transitie door moet maken. Er gaan taken af en er komen taken bij. Bij alles wat door bewoners, verenigingen, regionale verbanden of op een andere manier van de gemeente wordt overgenomen, geldt dat dit moet leiden tot een afbouw van ambtelijk capaciteit, inclusief de overhead. Voor een deel zullen die capaciteit en die overhead kunnen worden benut bij het oppakken van nieuwe taken. Maar dan geldt wel dat medewerkers geschikt, dan wel geschikt gemaakt moeten kunnen worden voor die nieuwe taak. Zo niet, dan is het geen optie deze medewerkers met een onduidelijke taak te laten zitten. Dat is niet goed voor de betreffende medewerkers, niet goed voor de organisatie en ook niet goed voor de stad. Ook hier past helderheid en een open vizier. Laten we duidelijk zijn naar elkaar. En laten we een compacte, op haar taken toegeruste gemeentelijke organisatie nastreven. Met zo min mogelijk overhead en zo min mogelijk managementdrukte. De ChristenUnie gelooft in een organisatie waarin hart voor de stad én hart voor de medewerker centraal staan. Waar, net als in de samenleving, de kracht en de creativiteit van onderop komen, daar waar het werk wordt verzet.
Om deze opdrachten in te vullen is een koers nodig. En om een koers te kunnen bepalen, is het belangrijk dat het doel duidelijk is. Dat we dat onder woorden brengen en visualiseren. Hoe gaat de stad er over vier, vijf jaar uitzien? Het is één van de debatpunten die GroenLinks heeft ingebracht. De ChristenUnie heeft die vraag zichzelf al eerder gesteld. Op 5 juni van dit jaar hebben we een tweetal scenario’s geformuleerd en op onze website gezet. Het éne onze droom, ook of juist in deze moeilijke tijd. Het andere een doemscenario. De werkelijkheid zal straks vast ergens in het midden liggen. Maar hóe die werkelijk eruitziet is afhankelijk van de keuzes die we nú maken.
Ik nodig jullie daarom uit om in de komende week, voordat belangrijk besluiten vallen, eens met ons mee te kijken. Kijk eens op http://www.cu-culemborg.nl/culemborg2018. Verplaats jezelf in de toekomst. Spreek uit en verbeeld hoe je die toekomst wilt zien. Als fractie en als individueel raadslid. Ik wens onszelf heel veel wijsheid en verbeeldingskracht toe. Vanavond en alle volgende avonden die beslissend zullen zijn voor de toekomst van onze prachtige stad.
Dank!
Daniël Jumelet
ChristenUnie Culemborg
Schrijf een reactie via Facebook
Nieuwsarchief Fractie > 2013
december
november
- 19-11-2013 - Culemborgse Courant: "Raadspraat: Volksvertegenwoordiging"
- 04-11-2013 - Een vaste koers: Visie van de ChristenUnie op zwembad, Sprokkelenburg en Monumentensubsidie
oktober
- 29-10-2013 - Verkiezingsprogramma en kandidatenlijst vastgesteld
- 08-10-2013 - Thema-avonden: christen-zijn in crisistijd - Leren van Dietrich Bonhoeffer
juli
- 25-07-2013 - Gemeentelijke glasvezelverbindingen: Begin van een heilloze weg?
- 05-07-2013 - Om het behoud van de klasse van de stad
juni
- 05-06-2013 - Kiezen? Valt er wat te kiezen, dan?
- 05-06-2013 - Daniël Jumelet in Culemborgse Courant: "Snijden in het ambtelijk apparaat is onvermijdelijk"
Plaats het eerste bericht!