Schimmenspel rond de Redichemse Waard

Redichemse Waard3 (640x428).jpgzaterdag 23 april 2016 17:00

Er is de laatste tijd veel te doen rondom de Redichemse Waard. Wat is er toch aan de hand? Met antwoorden op veelgestelde vragen probeert de ChristenUnie duidelijkheid te scheppen.

We beantwoorden de volgende vragen (klik op de vraag voor het antwoord):

Wat zijn de recente ontwikkelingen rondom de Redichemse Waard? 

Enkele jaren geleden was de Redichemse Waard onderdeel van het plan Culemborg aan de Lek. In dat plan was het de bedoeling om in een deel van de Redichemse Waard te ontzanden. Dat plan bracht een hevig bevolkingsprotest op gang. Met het afblazen van dat plan door de gemeenteraad van Culemborg leek de Redichemse Waard voor de toekomst behouden te zijn.

InvesteringsmaatschappijSanderse NV, de eigenaar van het gebied (in dit artikel verder ‘Sanderse’), heeft bij ook na het afblazen van Culemborg aan de Lek bij herhaling aan het college van B&W kenbaar gemaakt in het gebied zand te willen winnen. Gemeente Culemborg heeft het gebied bij Sanderse in erfpacht, in een contract dat duurt van 1969 tot 2068. Dat erfpachtcontract is één van de obstakels om in het gebied zand te kunnen winnen. In februari 2015 besloot het college op verzoek van Sanderse - zonder de raad hierover vooraf te consulteren- om het erfpachtcontractom niets op te zeggen. Hierdoor zou Sanderse NV vrijwel alles in het gebied te zeggen krijgen. Met het besluit om het erfpachtcontract op te zeggen brengt de gemeente een mogelijke zandwinning in de Redichemse Waard dichterbij. In reactie hierop heeft de raad in juli 2015 vrijwel unaniem een motie aangenomen, waarin het college wordt gevraagd het besluit voor het opzeggen van de erfpacht niet uit te voeren. Wethouder Stolwijk deelde recent de raad mee dat het college alles in het werk stelt om de belangen van de Redichemse Waard voor de stad, waaronder de toegangsmogelijkheden tot het gebied vanaf de dijk, te borgen. Eventuele vervolgstappen zal het college aan de gemeenteraad voorleggen. Impliciet geeft de wethouder wel aan dat hij niet wil terugkomen op het besluit van februari 2015 om de erfpacht op te geven.

Waarom doet het college zo’n mededeling op dit moment? 

Het college betreurt nu het besluit om het erfpachtcontract op te zeggen. Het college heeft de erfpacht tot nu toe nog in stand gehouden omdat de gemeenteraad daar in 2015 om gevraagd heeft. Sindsdien vaart het college de koers van overleg met Sanderse. Met deze mededeling gaf het college een update van de gevoerde gesprekken. 

Wat is de waarde van de Redichemse Waard? 

De Redichemse Waard zou nu al jaren lang een prachtig en open gesteld natuurgebied kunnen zijn waar Culemborgers zich zouden kunnen ontspannen van de natuur zouden kunnen genieten. Want het gebied heeft veel potentie. De ecologische waarden zijn hoog en kunnen bij een goed beheer snel toenemen. Er staan veel zeldzame plantensoorten. Soms vertoont een bever zich er. Ook heeft het gebied een grote historische waarde. Op dit punt kwamen vroeger twee rivieren – de Lek en de Redichem – samen. Tevens was het ooit binnendijks gebied, dat later teruggegeven is aan de rivier, oudhoevig land genoemd. Dit alles is nog terug te zien in het golvende landschap van nu, met veel sporen van middeleeuwse verkaveling. Niet voor niets zijn er al vele wetenschappelijke rapporten over de natuur en de historie van de Redichemse Waard verschenen. 

Al dat moois blijft nu nog steeds voor de meeste Culemborgers onzichtbaar door hekken, bordjes ‘verboden toegang’ en een slecht beheer van het gebied. Die hekken en bordjes nodigen nou niet echt uit om er een kijkje in het gebied te gaan nemen, ondanks het feit dat het hek in het zomerseizoen voor voetgangers passeerbaar is. Het gebied is wel goed toegankelijk vanaf de rivier, maar daar moet je een bootje voor hebben.

Hoe wordt die waarde bedreigd?

Investeringsmaatschappij Sanderse NV is in een brief van 25 juni 2012 aan de gemeente glashelder over wat hij met dit bijzondere gebied wil: zand afgraven. De huidige plas is al een zandafgraving. Sanderse wil nu nòg zo’n 12 à 12,5 ha extra afgraven en daarmee veranderen in een diepe waterplas. Het erfpachtcontract zit die afgraving in de weg. In een gesprek tussen Sanderse en het (vorige) college is daar serieus over doorgesproken. Het college heeft aangegeven te willen nadenken over beëindiging van de erfpacht maar enigszins terughoudend te zijn t.a.v. de zandafgraving vanwege beperkingen in het bestemmingsplan en van andere overheden. Met het besluit van vorig jaar om het erfpachtcontract op te zeggen brengt het college een zandwinning in de Redichemse Waard dichterbij.

Een zandwinning betekent vele jaren achtereen een zandzuiger in het gebied, waarbij het huidige kleinschalige, golvende en ecologisch en historisch waardevolle agrarische landschap stukje bij beetje verdwijnt in een waterplas van al gauw 30 meter diepte.

Waarom is de erfpacht zo belangrijk? 

Het zit als volgt: Het bedrijf dat de Redichemse Waard in 1969 bezat (Investeringsmaatschappij Sydney NV) heeft het gebied in erfpacht gegeven bij Gemeente Culemborg in een langdurig contract, dat duurt van 1969 tot 2068. De intentie van dit erfpachtcontract was het compenseren van de Culemborgse gemeenschap voor de zandwinning die toen al had plaatsgehad, door recreatie in het gebied mogelijk te maken. 

Op een gegeven moment heeft Sanderse investeringsmaatschappij Sydney overgenomen. Zo is het gebied in het bezit gekomen van Sanderse, mét het bijbehorende erfpachtcontract.Door het bestaan van het erfpachtcontact heeft de gemeente bijna alles in het gebied te vertellen. Sanderse heeft in deze situatie tot 2068 dus weinig in te brengen in het gebied. Echter, herhaaldelijk is vastgesteld dat Sanderse wel doet wel alsof hij de volledige zeggenschap heeft. Zo heeft Sanderse de bordjes en hekken in het gebied geplaatst.Ook heeft het bedrijf een historische boomgaard gerooid en een voor de geschiedenis van Culemborg heel belangrijke terp afgegraven. Om maar te zwijgen van de natuurwaarden die door het handelen van Sanderse ernstig zijn aangetast.

De gemeente heeft tot nu toe nauwelijks gebruik gemaakt van haar vergaande zeggenschap in het gebied.De gemeente heeft niet tegen Sanderse opgetreden om het gebied te beschermen, en heeft recreatie voor de Culemborgse inwoners, waar het erfpachtcontract op gericht was,niet mogelijk gemaakt.

Wat is het gevolg van het vervallen van de erfpacht? 

Met het vervallen van de erfpacht verdwijnt de privaatrechtelijke zeggenschap van de gemeente over het gebied. Het eigendom van Sanderse groeit in één klap aan tot volledig eigendom, waarmee de waarde van de grond toeneemt. Toch heeft het college besloten om het contract gratis op te zeggen: Sanderse mag dat hele voordeel hebben van de gemeente, gewoon voor niets. Daarnaast stelt het Sanderse in staat plannen te ontwikkelen voor ontzanding en stort van slib in de bestaande en nieuwe afgravingen. Hiervoor zal hij aanvragen indienen voor het wijzigen van het bestemmingsplan. Sanderse rekent op de medewerking van de gemeente, omdat hij van mening is dat de gemeente met het huidige bestemmingsplan hem in zijn belangen heeft geschaad. Ook heeft hij al aangegeven dat hij indien nodig, juridische stappen zal ondernemen. 

Waarom heeft het college dit besluit eigenlijk genomen? 

In het collegevoorstel in februari 2015 worden de volgende argumenten genoemd: 

  1. De erfpachtovereenkomst is volgens het collegevoorstel voor tweeërlei uitleg vatbaar. Uit het voorstel wordt niet duidelijk welke uitleggingen dat zijn. Ook wordt niet duidelijk waarom dat een aanleiding is om de overeenkomst op te zeggen. 
  2. Volgens het collegevoorstel bleek dat publiekrechtelijke handhaving lastig is in een gebied waarin de gemeente een privaatrechtelijke relatie heeft. In de tekst wordt verder niet uitgelegd wat daar lastig aan is. Volgens het voorstel is de erfpachtovereenkomst achterhaald en overbodig geworden omdat het beleid inmiddels goed vastgelegd is in het bestemmingsplan.Een bestemmingsplan dat op verzoek van Sanderse zo weer aangepast kan worden. Waarom het college deze bescherming echt voldoende vindt wordt niet duidelijk
  3. Verder stelt het collegevoorstel dat het erfpachtcontract te veel beslag legt op de ambtelijke capaciteit. Ook dit argument is eigenaardig. In het erfpachtcontract is afgesproken dat de gemeente alle ambtelijke kosten mag aftrekken van de af te dragen erfpachtcanon. Dus zelfs als iemand extra aangenomen zou worden om de zaken rond het erfpachtcontract af te handelen, kost dat de gemeente netto niets.

Blijkbaar vond de gemeente deze argumentatie zelf ook wat aan de dunne kant, want in een informatienotitie van zomer 2015 komt de gemeente drie maanden na het besluit met een behoorlijk afwijkende onderbouwing. Het college noemt dan de volgende argumenten: 

  1. De onduidelijke dubbelrol van de gemeente als privaatrechtelijk erfpachter en publiekrechtelijk overheidsorgaan; In de privaatrechtelijke rol treedt de gemeente op als iedere burger danwel bedrijf die een zakelijk recht heeft over een (onroerende) zaak. Dit lijkt op het tweede argument uit het collegevoorstel. De gemeente heeft als eigenaar ook een zakelijk recht op alle gemeentelijke wegen, groenstroken, parken, gebouwen, enzovoort. Ook is ze daar publiekrechtelijk verantwoordelijk. Het is in het licht van deze informatienotie vreemd dat het college voor die vele andere objecten die dubbelrol nog nooit als probleem heeft genoemd.  
  2. De waterschapslasten zijn in de toekomst voor de eigenaar en niet voor de gemeente als erfpachter; Het betreft in dit geval de watersysteemheffing ongebouwd buitendijks. Die bestaat volgens de tarievenlijst 2016 van Waterschap Rivierenland alleen voor eigenaren (in dit geval Sanderse). Een ‘eigenaar’dig argument, dus. Eigenaren betalen in 2016 € 34,93 per hectare, waarvan de helft doorbrekend kan worden naar pachters. Alleen als Sanderse de helft van de kosten inderdaad doorberekent, betaalt de gemeente aan waterschapslasten enkele honderden euro’s per jaar. Het kan ook 0 zijn als Sanderse de kosten niet doorberekent. Als deze inschatting niet klopt horen we het graag van het college. Verder is ons niet duidelijk waarom de gemeente die eventuele kleine kosten niet doorberekent aan de pachters of aftrekt van de af te dragen erfpachtcanon. Volgens het erfpachtcontract mag de gemeente ook op het onroerend goed rustende zakelijke kosten in mindering brengen op de af te dragen netto pachtopbrengst.
  3. De risico’s voor financiële aansprakelijkheid als gevolg van hoogwaterschade, ongevallen in het gebied en afvaldumping. Dergelijke risico’s gelden voor alle gemeentelijke objecten, zie vraag 1. Echt hoog water komt veel minder voor nu de Lek op diverse plaatsen verruimd is en nog steeds wordt. En wat zal in dit gebied zonder opstallen de schade zijn als er eens echt hoogwater komt? En is de gemeente echt aansprakelijk in zo’n overmachtsituatie? En hoeveel aansprakelijkheid heeft de gemeente bij ongevallen in een gebied vol hekken en borden ‘verboden toegang’? Zelfs bij verkeersongelukken op gemeentelijke wegen wordt de gemeente niet vaak aansprakelijk gesteld. Verder is ons niet duidelijk geworden óf er afvaldumping plaatsvindt in de Redichemse Waard en hoeveel dat dan is. Over de kosten die de gemeente daarvan heeft hebben we geen informatie.
  4. De ambtelijke kosten voor het beheren en onderhouden van de erfpachtovereenkomst en de kosten voor inhuur van expertise op het gebied van erfpachtrecht vervallen. Dit argument is ongeveer gelijk aan het derde in het collegevoorstel. Dezelfde reactie geldt dus ook: netto zijn er simpelweg geen kosten zolang het erfpachtcontract in stand blijft. Wel kan het zijn dat door het vele getouwtrek met Sanderse (veel) niet-aftrekbare kosten worden gemaakt ten gevolge van het erfpachtcontract. Voor die kosten heeft het college echter zelf gekozen door met Sanderse in gesprek te gaan over beëindiging van het contract. Als ze gewoon de wil van de bevolking hadden gevolgd hadden ze met een simpel ‘nee’ al die uitgaven ten koste van gemeenschapsgeld kunnen voorkomen.

Al met al kunnen we niet anders zeggen dan dat we nog steeds in het duister tasten naar de werkelijke argumenten van het college om het erfpachtcontract op te zeggen. Het contract heeft veel voordelen voor de gemeente en nauwelijks echte nadelen.

Waarom vraagt de gemeente geen tegenprestatie? 

Voor Sanderse heeft de beëindiging van het erfpachtcontract een grote waarde. Grond zonder erfpachtcontract is voor de eigenaar aanzienlijk meer waard dan met erfpachtcontract. Desondanks zegt de gemeente dat ze van Sanderse geen tegenprestatie vraagt. De reden is dat de gemeente tot nu toe financieel niets overhield aan het erfpachtcontract. Voor de gemeente had het contract dus geen financiële waarde, tenminste als alleen geredeneerd wordt vanuit de pachtopbrengst. Dat is dan ook het enige argument dat de gemeente hiervoor gebruikt. Een onderbouwing vanuit andere waarden krijgen we niet. Uit de ons beschikbare correspondentie blijkt verder niets van onderhandelingen over een redelijke verdeling van het financiële voordeel dat Sanderse had. Zo ziet de Culemborgse gemeenschap niets terug van de waardevermeerdering die de investeringsmaatschappij krijgt bij het vervallen van het erfpachtcontract. Dit is nog vreemder nu we weten dat de wethouder al of niet via particuliere initiatieven delen van de Redichemse Waard zou willen kopen.Op dat moment moet de Culemborgse gemeenschap die nieuwe – net weg gegeven - waarde daadwerkelijk betalen.

Ondanks dit alles heeft de gemeente in de onderhandelingen met Sanderse wel iets binnengehaald: een op kosten van de gemeente aan te leggen kort wandelpaadje naar de Beusichemse Waard met een bruikleenovereenkomst gedurende een ‘nader bepalen termijn’: helaas een zeer mager resultaat en mogelijk de basis voor een volgend conflict. 

Welke contacten onderhoudt de gemeente met Sanderse? Hoe transparant is de gemeente hierin? 

Uit het collegevoorstel blijkt dat het besluit tot opzeggen van het erfpachtcontract het resultaat is van langdurige onderhandelingen tussen gemeentelijke ambtenaren en (de advocaat van) Sanderse. Een uitgebreide correspondentie tussen (de advocaten van) Sanderse en de gemeente is in ons bezit. Het College heeft met terugwerkende kracht (juridisch niet mogelijk!) stukken uit deze correspondentie geheim verklaard, zelfs informatie die eerder met een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur aan inwoners van Culemborg ter beschikking is gesteld en informatie die op aanvraag van raadsleden is verstrekt. Deze geheimhouding is - voor zover ons bekend - niet door de gemeenteraad bekrachtigd. Zonder die bekrachtiging is de geheimhouding niet rechtsgeldig.

Ook nu onderhandelt de gemeente met Sanderse, echter hierin is de gemeente niet bijzonder transparant. In gesprekken geeft de wethouder wel duidelijk aan dat hij vooral gaat voor de recreatieve waarden. En als daarvoor een zandwinning nodig is die de historische en de ecologische waarden schaadt, dan is de kans aanwezig dat de wethouder meewerkt met Sanderse.

Waar staat het college nu? 

Het college heeft een besluit genomen dat hetinmiddels zelf betreurt. De raad wil dat het college het besluit niet uitvoert. Wethouder Stolwijk, die verantwoordelijk is voor de Redichemse Waard, kiest er echter tochvoor om het besluit niet terug te draaien – uit angst dat de rechter hem dan alsnog dwingt om de erfpachtbijeenkomst te beëindigen. Hij heeft aangegeveneen andere weg te kiezen, namelijk het onderhandelenmet Sanderse. Dit vanuit de positie dat hij de erfpacht reeds heeft opgegeven. Op donderdag 3 maart deelde hij – samengevat – het volgende mee aan de gemeenteraad: Het college probeert met de eigenaar in den minne tot een voor alle partijen acceptabele oplossing te komen. Daarbij worden verschillende opties onderzocht, zoals: 

  • Beëindigen van de erfpacht over de agrarisch gebruikte delen; 
  • Koop van het gebied of delen ervan 

De volgende concrete acties lopen momenteel: 

  • Er wordt concreet met de eigenaar gesproken over koop van het gebied of delen ervan…. of een andere acceptabele oplossing; 
  • Er wordt gesproken met partijen die landschapsbeheer of recreatief beheer op zich kunnen nemen…. en ook de subsidiestromen goed kennen. 
  • Er wordt gesproken met belangenpartijen; Denk aan de stichting Redichem De Geeren, Natuur- en Vogelwacht en initiatiefnemers van de Facebookpagina Redichemsewaard. 

Hierbij is inhoudelijke en juridische bijstand beschikbaar. Voordat er vervolgstappen in het proces genomen worden zal het college die eerst aan de gemeenteraad voorleggen. 

Wat kunnen de gevolgen zijn van de richting die het college kiest? 

Ten eerste maakt de keuze om het vervallen van de erfpacht als een voldongen feit te beschouwen de onderhandelingspositie van de gemeente uiterst zwak. Ten tweede zorgt de door de gemeente genoemde oplossing ervoor dat de gemeente weinig kan betekenen voor de bescherming van de natuur- en historische waarden van het gebied. De wethouder spreekt namelijk over tenminste twee opties: beëindigen van de erfpacht op de agrarische delen en koop van (delen van) het gebied. 

Wat is het gevolg van de eerste oplossingsrichting, het vervallen van de erfpacht op agrarische delen? 

De agrarische delen zijn de delen waar zand kan worden gewonnen. Door de erfpacht daar te beëindigen wordt dus een stevig obstakel voor een zandwinning uit de weg geruimd. Daarna blijft er nog één juridisch obstakel voor een zandwinning bestaan: het bestemmingsplan. Het huidige bestemmingsplan blijft in principe nog 6 à 7 jaar gelden, maar de gemeente kan een bestemmingsplan wijzigen om de ontzanding mogelijk te maken. Belanghebbenden kunnen eerder om een wijziging van dit bestemmingsplan vragen en Sanderse heeft al aangegeven dit ook van plan te zijn. Ook hier met hetzelfde juridische machtsvertoon waar de gemeente nu – zonder dit aan een rechter voor te leggen – meteen voor zwicht.

Wat betekent de tweede oplossingsrichting, namelijk koop van het gebied? 

In de tweede optie (koop) zitten nog ten minste twee mogelijkheden: gedeeltelijke koop of koop van het hele gebied. Als het hele gebied gekocht wordt door de gemeente of een terreinbeherende organisatie, dan zijn de gevolgen positief: het hele gebied komt in eigendom en beheer bij een organisatie die dan de mogelijkheid heeft om de waarden van het gebied te behouden en te versterken. Dat zou dus voor de Redichemse Waard een zeer positief scenario zijn. Echter, hoe reëel is dit scenario? De gemeentelijke begroting is momenteel niet bijzonder rooskleurig. En is een andere terreinbeherende organisatie bereid en in staat om een mogelijk fors bedrag neer te tellen voor de Redichemse Waard? Als Sanderse niet kan ontzanden, dan ligt het in de lijn van de verwachting dat hij voor de grond een hoge prijs zal bedingen.Bij gedeeltelijke koop komen we uit op een combinatie van de twee hierboven beschreven mogelijkheden. De wethouder inventariseert momenteel welke delen van de Redichemse Waard de grootste waarde hebben voor natuur en recreatie. Vermoedelijk wil hij die delen dan kopen en de rest van het gebied (zonder erfpachtcontract?) in de handen van Sanderse achterlaten. En wat Sanderse dan in die delen wil doen, lijkt duidelijk: zand winnen.Dit leidt tot een zware aantasting van het gebied in zijn geheel. Verder zal de Culemborgse gemeenschap – via welke weg dan ook - nog steeds een aanzienlijk bedrag in de koop moeten steken. Wat ons betreft is dit een bloedeloos compromis, waar niemand gelukkig van wordt en waar de Redichemse Waard grotendeels mee verloren gaat. 

Omdat de volledige koop onhaalbaar lijkt, is het zeer waarschijnlijk dat de wethouder met de nu gekozen koers – wat hem betreft - rechtstreeks aankoerst op een ontzanding van een groot deel van de Redichemse Waard. 

Is ontzanding echt mogelijk? 

Naast de gemeente hebben ook andere overheden iets te vertellen in de Redichemse Waard. Het gebied is onderdeel van het Nationaal Natuurnetwerk (NNN, tot enkele jaren geleden heette dat Ecologische Hoofdstructuur, EHS). Daarmee heeft de Provincie in de Redichemse Waard de zeggenschap over de instandhouding en het versterken van de natuurwaarden. Verder ligt de Redichemse Waard direct achter de rivierdijk. Waterschap Rivierenland is verantwoordelijk voor de stabiliteit van die dijk. Tenslotte is Rijkswaterstaat verantwoordelijk voor een goede doorstroming van de Lek, ook op momenten van hoog water, als de Redichemse Waarde overstroomd is.

Een ontzanding past zeker niet in de ecologische doelstellingen van de provincie. De kans dat de provincie in dit gebied toestemming zal geven om het te ontzanden is dan ook vrijwel nihil. Op ambtelijk niveau heeft de provincie dat al bevestigd. Verder zal het duidelijk zijn dat een zandwinplas van zo’n 30 meter diep dicht bij een rivierdijk de stabiliteit van die dijk in gevaar kan brengen. Ook het waterschap zal dus niet zomaar akkoord gaan. Een waterplas zal – in vergelijking met een kleinschalig agrarisch landschap – de stroming in de rivier minder afremmen op het moment dat de Redichemse Waard overstroomd is. Het kan dus zijn dat Rijkswaterstaat nog enigszins gecharmeerd is van een ontzanding, waarbij het huidige kleinschalige agrarische landschap vervangen wordt door een waterplas. Echter, als deze extra doorstroming nodig was, dan had Rijkswaterstaat al lang maatregelen genomen in de Redichemse Waard. Al met al lijkt het zeer onwaarschijnlijk dat andere overheden zullen instemmen met een zandwinning op deze locatie.

Zijn er ook echte oplossingen? 

Er is nog een oplossing die de wethouder momenteel niet verder wil overwegen: het terugdraaien van het besluit om het erfpachtcontract Redichemse Waard op te zeggen. Hij is bang dat de rechter de gemeente dan zal dwingen om het erfpachtcontract alsnog om niet te beëindigen en dat is volgens hem het slechtste scenario omdat dan Sanderse alles te vertellen heeft in het gebied.

Maar is dat echt het slechtste scenario? De gemeente laat dan een helder ‘nee’ horen tegen de beëindiging van het erfpachtcontract en daarmee ook tegen de zandwinning. Hoewel Sanderse dan misschien (!) volledig eigenaar van de gronden is hoeft de gemeente zich niet moreel verplicht te voelen om mee te werken aan een bestemmingsplanwijziging die een ontzanding mogelijk maakt. Dat kan in het allerslechtste geval leiden tot een situatie waarbij Sanderse volledig eigenaar is van de Redichemse Waard, waarvan de gronden dan de ‘gewone’ agrarische waarde hebben.

En de situatie hierboven is het in onze ogen slechtste scenario, namelijk als Sanderse (1.) de beëindiging van het erfpachtcontract via de rechter probeert af te dwingen en de rechter (2.) inderdaad oordeelt dat hij gelijk heeft. Het kan ook zijn dat Sanderse de rechter niet inschakelt. En als hij wel ingeschakeld wordt kan de rechter ook anders oordelen. Ook de rechter is op de hoogte van de zeggenschap van andere overheden in het gebied. Ook de rechter weet dat een zandwinning op deze locatie weinig kans maakt. En Sanderse maakt in zijn correspondentie helder dat de beëindiging van het erfpachtcontract wat hem betreft gericht is op het verwijderen van een obstakel voor ontzanding. We achten de kans groot dat de rechter oordeelt dat die beëindiging met dat doel een vrij nutteloze exercitie is.

De gemeente heeft nu zeggenschap over het hele gebied. Welk voordeel heeft het dan om die op te geven? Geen enkele! De gemeente moet zich in het gebied gewoon gedragen conform de rechten die hij heeft. 

Heeft het terugdraaien van het besluit kans? Zoals eerder gemeld zijn de argumenten die in het collegevoorstel genoemd worden om het erfpachtcontract op te zeggen niet erg overtuigend. Ook geeft het collegevoorstel de indruk van onderhandelingen tussen partners van ongelijk niveau, waarbij de gemeente op oneigenlijke (misleidende!) argumenten haar rechtspositie (en dus die van de Culemborgse gemeenschap) volledig opgeeft en dat om niet. Verder wordt in het collegevoorstel een formulering gebruikt die juridisch niet klopt. Uiteraard is de vraag over het terugdraaien van het besluit voer voor juristen. Het collegevoorstel bevat echter voldoende aanknopingspunten om de geldigheid ervan ter discussie te stellen. Mogelijk kan het collegebesluit terug gedraaid of vernietigd worden, zo nodig via de rechter. 

Als de kans op zandwinning in de Redichemse Waard klein is, waarom maakt de ChristenUnie zich daar dan druk over? 

Wij vinden dat de gemeente zelf pal moet staan voor de cultuurhistorische, ecologische en recreatieve waarden op het eigen grondgebied. Het college laat nu de bescherming van de waarden van de Redichemse Waard vrijwel volledig over aan andere overheden. Het college geeft één vorm van bescherming van de Redichemse Waard tegen ontzanding (privaatrechtelijk : het erfpachtcontract) volledig op en het lijkt erop dat de tweede vorm van bescherming die de gemeente in handen heeft (bestuursrechtelijk: het bestemmingsplan) ter discussie mag komen. De bescherming van de waarden wordt daarmee vrijwel volledig overgelaten aan de andere overheden, het laatste obstakel waar Sanderse tegen op te boksen heeft. Hoewel we verwachten dat die andere overheden niet zullen buigen zoals de gemeente, vinden we dat de gemeente zelf ballen moet tonen en een duidelijke visie moet hebben. Dat missen we nu volledig. 

Verder waarderen we het dat het college kan toegeven dat het besluit over het erfpachtcontract Redichemse Waard niet goed was maar zien we nog niet dat het college daar consequenties uit trekt. De houding lijkt nu: “foutje, bedankt! We proberen er in de ontstane situatie nog het beste van te maken.” En dat terwijl de gevolgen van dat foutje en ook de vervolgstappen daarop verstrekkend kunnen zijn. Het college laat duidelijk blijken dat het bang is om het besluit van vorig jaar gewoon terug te draaien. De procedure voor dat laatste is eenvoudig: een besluit nemen om het erfpachtcontract Redichemse Waard in stand te houden. Al eerder in dit document hebben we onze inschatting gegeven van de juridische gevolgen van zo’n besluit.

We roepen dan ook het college op: laat zien dat je gewoon staat voor de grote cultuurhistorische. landschappelijke en ecologische waarden van de Redichemse Waard. Neem zelf de bescherming en de ontwikkeling van die waarden ter hand. Reken niet op de laatste verdedigingslinie (andere overheden) maar pak zelf de verdediging op. En laat je niet intimideren door de dreiging met allerlei juridische procedures.

Tenslotte roepen we het college op tot oprechtheid. Zoals u hebt kunnen lezen klinkt de onderbouwing van het college voor het opzeggen van de Redichemse Waard ons niet erg geloofwaardig in de oren. Wethouder Stolwijk heeft aangegeven dat hij het besluit om het erfpachtcontract op te zeggen betreurt. Echter, ook na zo’n verklaring kwam er weer een extra informatienotitie van het college met argumenten om de opzegging te onderbouwen. Waarom? Fout is fout. 

Trek één lijn. Houd het contract gewoon in stand en neem de (waarschijnlijk beperkte) consequenties voor lief. Zo schep je duidelijkheid en houd je de ambtelijke en juridische kosten bij dergelijke partijen in de hand. Door te gaan onderhandelen met partijen die glashelder aangeven dat het hen alleen gaat om geld en niet om het algemene belang verzand je in een oeverloze discussie en eindeloos juridisch geharrewar, dat een vermogen kosten aan ambtelijke capaciteit en juridische bijstand. Dat gemeenschapsgeld kunnen we toch beter gebruiken? 

Toon leiderschap! 

Gert Mostert

« Terug

Plaats het eerste bericht!

Nieuw bericht