Jachthaven in de verkoop? Lees en oordeel zelf.
Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Culemborg is bezig de jachthaven te verkopen. In zijn geheel, met alles erop en eraan. Maar is dat wel een goed idee? En zijn er alternatieven? In dit stuk een aantal vragen met zo helder mogelijke antwoorden, waarmee we ons standpunt inzichtelijk willen maken en onderbouwen.
Is het beheer van de jachthaven en de camping een kerntaak van de gemeente?Heeft de gemeente de haven al vaker willen verkopen?Is het makkelijk om de haven in zijn geheel te verkopen?Kan de gemeente op de jachthaven besparen als ze deze in eigendom houdt?Wat gebeurt er met de ligplaatsen, watersportvereniging De Helling en andere belanghebbenden, na een eventuele verkoop?Wat zijn per saldo de voordelen van de verkoop?Welke conclusie kan worden getrokken ten aanzien van de nadelen van de verkoop?Wat vindt ChristenUnie Culemborg van de verkooppoging?UPDATE - Het verlies van de jachthaven is in 2011 met 167% méér dan verdubbeld! Kan er nu toch Eur. 100.000,- bezuinigd worden?
Wat wil de gemeente verkopen?
Het College wil de jachthaven en de camping te verkopen, inclusief alle grond en water. Dit in navolging van de opracht die de Raad het College heeft gegeven om de jachthaven te privatiseren. Hierbij doelde de Raad op het havenbedrijf. De opdracht luidde letterlijk: “De Raad draagt het College op om te zoeken naar een andere vorm van beheer van de jachthaven”. In de Raad is nooit expliciet sprake geweest van de verkoop van de haven in zijn geheel. Naderhand is dit wel - tussen haakjes - in de jaarrapportage aan de Raad verschenen, zonder dat dit overigens verder in de Raad ter sprake is gekomen. Het College heeft in eerste instantie ook daadwerkelijk geprobeerd om het beheer over te dragen aan een andere partij, onder meer aan watersportvereniging De Helling. Dit is mislukt, omdat toen geen overeenkomst kon worden bereikt over de concrete invulling, hoewel het financiële plaatje wel klopte. Daarna heeft het College besloten te proberen de jachthaven in zijn geheel te verkopen.
Waarom wil de gemeente de haven verkopen?De gemeente denkt dat met de verkoop een besparing van Eur. 100.000,- te realiseren is. Dit bedrag roept echter verbazing op bij het raadplegen van de cijfers. Het lijkt in ieder geval zeer moeilijk deze besparing te halen met een volledige verkoop. Dat komt omdat het verlies dat nu gemaakt wordt op de exploitatie van de jachthaven significant lager is dan de genoemde bezuiniging. Op dit moment levert de haven (na verrekening van alle vaste kosten en inkomsten) de gemeente een aardig bedrag per jaar op. Van dit bedrag worden vervolgens kapitaalslasten (rentekosten en afschrijving) afgetrokken. Voor een deel zijn die kapitaalslasten afkomstig van investeringen in gebouwen en havenwerken, zoals steigers en dergelijke. Deze objecten hebben een intrinsieke (rest)waarde. Ongeveer een derde van de kapitaalslasten hebben echter te maken met het afschrijven op baggerkosten, die periodiek gemaakt worden. Baggerkosten hebben geen restwaarde. Overigens zijn de kosten van de laatste keer baggeren binnenkort volledig afgeschreven, terwijl het ernaar uitziet dat de komende tijd niet gebaggerd hoeft te worden. Dat betekent dat de kapitaalslasten binnenkort ook nog een stuk omlaag gaan.
Hoe dan ook, wanneer het bedrag dat nú voor de kapitaalslasten in de boeken staat, wordt afgetrokken van de winst, dan blijft er een verliesbedrag over dat ruim minder is dan de Eur. 100.000,- die de gemeente wil besparen. In de voorgaande jaren waren ten aanzien van de exploitatie regelmatig aanzienlijke meevallers te rapporteren. Bovendien zijn straks, zoals genoemd, de lasten voor het baggeren in zijn geheel afgeschreven, en dat heeft een behoorlijk gunstig effect op de totale hoogte van de kapitaalslasten. Ook de andere afschrijvingen nemen de komende jaren snel af. De eenvoudige slotsom is dat met een totale verkoop maar een fractie van de gemelde Eur. 100.000,- bespaard kán worden, te meer daar de eenmalige opbrengsten van de verkoop van de jachthaven niet als bezuiniging opgevoerd mogen worden. De opbrengst van de jachthaven kan wel gebruikt worden om de financiële positie van de gemeente te verstevigen (het zogenaamde weerstandsvermogen), maar een verkoop betekent tegelijkertijd dat een belangrijk deel van het Culemborgse tafelzilver wordt verkocht en dat in een economisch ongunstige tijd. Dat wil zeggen, als er een goede prijs voor de haven wordt gemaakt en zelfs dat lijkt niet het geval. De gemeente doet er zelf alles aan om de waarde van de haven zo laag mogelijk voor te stellen.
NB: Omdat de exploitatiegegevens van de jachthaven (mogelijk) vertrouwelijk zijn, zijn de letterlijke bedragen hier niet genoemd, behalve het bedrag dat de gemeente zegt te kunnen/willen besparen. Dit bedrag is in ieder geval openbaar en kan daarom makkelijk worden gebruikt om het financiële plaatje aan te relateren.
Is het beheer van de jachthaven en de camping een kerntaak van de gemeente?Nee, niet noodzakelijkerwijs. De exploitatie van de jachthaven en de camping kan prima door een particuliere partij worden ingevuld. Dat wil echter niet zeggen dat de grond en het water daarmee tegelijk overgedragen zouden moeten worden aan deze particuliere partij. Het gaat namelijk om een belangrijke vorm van infrastructuur, net zoals bijvoorbeeld het wegennet of het rioolstelsel van de gemeente. Overigens zijn de directe vaste lasten van de gemeente voor het beheer en het onderhoud van de haven en de jachthaven relatief laag. De meeste kosten zitten in overhead en de kapitaalslasten.
Heeft de gemeente de haven al vaker willen verkopen?Nee, niet in de zin van een volledige verkoop. In het recente verleden (rond de eeuwwisseling) heeft de gemeente wel geprobeerd de haven te verpachten. Dat is toen faliekant mislukt, onder andere doordat bleek dat de baggerkosten aan de beoogde pachter zouden toevallen. Het gedoe rondom de poging tot verpachten heeft ervoor gezorgd dat dat de gemeente de jachthaven destijds weer heeft omarmd en heeft verklaard dat het een onmisbare, gemeentelijke infrastructuur betreft. Vervolgens is flink geïnvesteerd in de haven, waarmee een enorme kwaliteitsslag is gemaakt. Hier profiteren we nog steeds van.
(Het antwoord op deze vraag is aangepast naar aanleiding van het commentaar van de heer C.W. Raven op 16 december 2012)
Is het makkelijk om de haven in zijn geheel te verkopen?Nee, verre van. Er zijn nogal wat juridische voetangels en -klemmen. Zo worden bij verkoop van grond en water ook de opstallen en (semi)permanente, drijvende objecten (zoals woonarken en drijvende clubhuizen) eigendom van de nieuwe eigenaar. Dit betekent dat bij de verkoop het opstalrecht, het recht van gebruik en het uitgangsrecht (recht van overpad) grondig zullen moeten worden geregeld. Hierbij is het zeer de vraag of dit alles in de huidige situatie correct is vastgelegd, wat bij een transitie tot extra complicaties leidt. Dat het ingewikkeld is, kan ook worden afgeleid uit het feit dat de gemeente had toegezegd dat de verkoopwaarden medio oktober zouden worden bepaald. Uiteindelijk zijn deze verkoopvoorwaarden pas op 10 december jl. bekend geworden. De laatste stand van zaken is dat de gemeente de jachthaven (en hiermee tegelijkertijd de camping) wil verkopen 'bij inschrijving'. Dit betekent dat zich vanaf deze datum meerdere partijen kunnen melden als gegadigde voor de koop van de jachthaven. Al met al is niet duidelijk of de gemeente de juridisch juiste weg heeft behandeld in het traject tot nu toe. Feit is dat een aantal keer de aanpak gewijzigd is. In ieder geval is duidelijk dat, als er fouten zouden zijn gemaakt, de kans op juridische claims en procedures zeer groot is.
Kan de gemeente op de jachthaven besparen als ze deze in eigendom houdt?Ja. Ten eerste kan de gemeente de liggeldtarieven verhogen, zodat de exploitatie meer kostendekkend wordt. In de huidige situatie, met een gelijkblijvend exploitatiemodel, zonder een correctie/aanpassing van de kapitaallasten, zou dit een verhoging betekenen van 50%. Maar de gemeente kan meer doen dan dat, zodat een dergelijke verhoging tot nihil kan worden beperkt. Het is mogelijk om met een aantal redelijk eenvoudige inspanningen ervoor zorgen dat de zandinstroom in de haven nagenoeg stopt en het dus bijna nooit meer nodig is om baggerkosten te maken. Dit kan door de havenmond te verkleinen. In het verleden zijn daar verschillende oplossingen voor aangedragen, zoals het verlengen van de krib die bij de haven stroomopwaarts is gelegen (met enkele meters en een bocht naar binnen). Andere suggesties betreffen de verlenging van de krib stroomafwaarts of het plaatsen van een bescheiden stalen damwand onder de drijvende stijger in de havenmond. Daarnaast is het van belang het havenwater schoon te houden door onnodig lozen tegen te gaan. Tevens zijn tal van bezuinigingen in de exploitatie niet al te moeilijk realiseerbaar. En uiteraard blijft het mogelijk om de exploitatie uit te besteden, waarmee behoorlijk kan worden bespaard op overheadkosten. Het (bijna) verdubbelen van de grootte van de jachthaven is in ieder geval geen oplossing, want hiermee wordt het baggerprobleem niet opgelost en worden nieuwe problemen geïntroduceerd, zoals het uitvoeren van tal van zware infrastructurele ingrepen, het realiseren van uitgebreide ruimte voor winterstalling en het uitkopen van belanghebbenden.
Wat gebeurt er met de ligplaatsen, watersportvereniging De Helling en andere belanghebbenden, na een eventuele verkoop?Dat hangt helemaal af van de plannen die een nieuwe eigenaar heeft met de jachthaven. Het is niet op voorhand zeker dat een nieuwe eigenaar de jachthaven koopt om die zelf te exploiteren. Zelfs aankoop uit speculatieoverwegingen, en latere verkoop is in dit geval niet ondenkbaar. Een verkoop kan het vrijwilligerswerk van onder andere de watersportvereniging en scoutingroep Triton in gevaar brengen en de kans is levensgroot dat problemen ontstaan over de door de watersportvereniging gestichte opstallen, en haar drijvende clubschip. Ligplaatshouders zullen waarschijnlijk behoorlijk meer voor de ligplaats voor hun boot gaan betalen aan de nieuwe eigenaar. In ieder geval is de gemeente de regie kwijt en wordt het algemeen belang niet meer (automatisch) gediend. Daarmee wordt voorbijgegaan aan het belang van alle ligplaatshouders en de watersportvereniging.
Wat zijn per saldo de voordelen van de verkoop?Eigenlijk is er maar één voordeel te benoemen en dat is dat door de verkoop eenmalig een bedrag kan worden geïncasseerd dat bijdraagt aan de Algemene Reserve van de gemeente Culemborg en daarmee het weerstandsvermogen verbetert. Echter, hiervoor dient er wel een goede prijs voor de haven te worden gerealiseerd. De manier waarop de haven nu door de gemeente in de verkoop is gedaan, lijkt juist te resulteren in een boekverlies. Dan wordt er ingeteerd op de Algemene Reserve en dus het weerstandsvermogen. Met andere woorden: Een tweeledig verlies, in plaats van een win-win bij uitbesteding van het havenbedrijf, bijvoorbeeld aan de watersportvereniging.
Welke conclusie kan worden getrokken ten aanzien van de nadelen van de verkoop?De nadelen van de verkoop zijn divers:
- De besparing komt veel lager uit dan de Eur. 100.000,- die is beoogd;
- De gemeente verkoopt een stuk tafelzilver waarmee weliswaar eenmalig het weerstandvermogen wordt verhoogd, maar waarmee ook afstand wordt genomen van een zeker en continu verdienpotentieel, zeker wanneer de exploitatie succesvol wordt uitbesteed;
- Een belangrijk stuk infrastructuur komt in handen van een particuliere eigenaar, waarbij speculatie niet kan worden uitgesloten;
- De gemeente verliest de regie over dit belangrijk stuk infrastructuur en daarmee ook een stuurmiddel op de kosten die gebruikers van deze infrastructuurvoorziening in rekening wordt gebracht;
- De verkoop van de haven is juridisch een zeer ingewikkelde kwestie, wat tot extra kosten en andere ongewenste effecten kan leiden;
- De bijdrage van inwoners en het verenigingsleven van Culemborg aan één van de kernkwaliteiten van stad wordt gefrustreerd of misschien zelfs onmogelijk gemaakt;
Eigenlijk is ons standpunt heel simpel. Waarom moeilijk doen, als het makkelijk kan? En waarom de kans lopen om zoveel Culemborgers buitenspel te zetten, die vrijwillig meewerken aan de instandhouding van de jachthaven? De gemeente moet het exploitatietekort op de jachthaven oplossen door de exploitatiekosten omlaag te brengen en te bezuinigen op de overhead die aan de haven wordt toegerekend. En als de gemeente het (per saldo winstgevend te maken) beheer van de jachthaven wil afstoten, dan dient in ieder geval watersportvereniging De Helling een eerlijke kans te krijgen. Het in goed overleg overdragen van de exploitatie aan een derde, zonder verkoop van eigendom, levert juridisch gezien nauwelijks problemen op. Zeker als deze derde de watersportvereniging is, als de partij die in het verleden heeft geïnvesteerd in de jachthaven, hetgeen om die reden de voorkeur verdient. In deze vorm behoudt de gemeente - als eigenaar - de regie over het gehele huidige havengebied en dient zo het algemeen belang. Tegelijkertijd kan de watersportvereniging op die manier het goede werk voor de Culemborgse samenleving voortzetten.
Voor de korte termijn is de meest eenvoudige oplossing dat de gemeente zelf, al dan niet in samenwerking met de watersportvereniging, de ligplaatshouders voorstelt een exploitatiedekkend tarief te betalen, rekening houdend met het feit dat de baggerkosten in ieder geval voor de komende jaren wegvallen. Tijdelijk, omdat het voor de lange termijn geboden is om de exploitatieproblemen definitief op te lossen, zoals geschetst. Maar hoe dan ook, de huidige koers is in ieder geval een stap te ver en een schrede waarop niet meer teruggekeerd kan worden.
Wat de ChristenUnie betreft: Stop de verkoop, het kan makkelijker én beter!
UPDATE - Het verlies van de jachthaven is in 2011 met 167% méér dan verdubbeld! Kan er nu toch Eur. 100.000,- bezuinigd worden?
Reacties op 'Jachthaven in de verkoop? Lees en oordeel zelf.'
Ik blijf een optimist en spreek de hoop uit dat Culemborg ooit bestuurd zal worden op een werkelijk transparante wijze.
De ChristenUnie geeft alvast het goede voorbeeld. Goed voorbeeld doet volgen. Dus ,kom op College van B&W!
U doelt waarschijnlijk met Uw beschrijving van een eerdere verkoop aan het begin van deze eeuw op de onderhandelingen van de gemeente met de heer Blaauwendraad uit Beusichem?
Het betrof toen echter geen verkoop, maar een discussie over een verpachting voor de duur van 50 jaar.