Wat voor stad willen wij in 2040 zijn?
CU Culemborg heeft donderdag in de raad richting gegeven aan de omgevingsvisie: Hoe zou Culemborg eruit kunnen zien in 2040?
In 2040 lokaal energieneutraal zijn, is voor ChristenUnie Culemborg niet realistisch. Maar hoe willen we dan met dit vraagstuk omgaan met duurzaamheid, mobiliteit, economie en wonen die bepalend gaan zijn voor de inrichting van de stad en het buitengebied? Lees daarvoor de bijdrage van Kees van der Zaag hieronder!
1. Duurzaamheid: De ambitie voor een energie-neutraal Culemborg in 2040 is voor de ChristenUnie niet realistisch. Het is niet haalbaar om op Culemborgse grond evenveel energie op te wekken als we met elkaar verbruiken. De opwek moet op grotere schaal meer centraal georganiseerd gaan worden: provinciaal, nationaal of zelfs internationaal. In Culemborg gaan we aan de slag met energiebesparing en opwek via zon op dak. Beiden zijn heel doeltreffend op lokaal niveau. Wij kiezen niet voor zonnepanelen in de weilanden in het buitengebied. We moeten slim inzetten op collectieve energiebronnen, zoals een warmtenet in de Lek, waterstof in de binnenstad en buurt batterijen in de wijk.
2. We willen prettig wonen stimuleren: Culemborg heeft maar beperkte ruimte. We moeten goed omgaan met de schaarse ruimte. De huidige bouwplannen koersen voor de komende 10 jaar op de bouw van bijna 1.900 woningen met een eeuwigdurend karakter. Als de vraag verandert, wil je daar flexibel op in kunnen spelen. Christenunie Culemborg wil inzetten op flexibel bouwen en meer inspelen op kortdurende vraag. Dan kunnen we de bouwgrond later ook weer terug geven aan de natuur, of anders inzetten als dat nodig is. We moeten ook het lef hebben om te kijken naar bestaande wijken. Laten we wijken herstructureren en duurzame woningen realiseren. Zo kunnen we bestaande wijken leefbaar en toekomstbestendig maken.
3. Binnenstad: We maken werk van een levende binnenstad met horeca, speciaalzaken en winkels. Aan de rand van Culemborg komt een hub, van waaruit pakketten - alleen met duurzaam vervoer - naar de wijken en de winkelcentra bezorgd worden. Ook kun je in de binnenstad terecht voor bezoek aan culturele en toeristische activiteiten. En het is er prettig wonen.
4. Mobiliteit: Maak van de N320 een wijkontsluitingsweg. Die moet vanuit alle wijken goed toegankelijk zijn. De Stationssingel wordt een 30 km weg en het kruispunt bij de dr Hockesingel wordt aangepakt. De Viaanse poort blijft alleen voor het fietsverkeer open. De fietsbrug over de Lek wordt gerealiseerd en er komt een fietssnelweg langs de Otto van Reesweg en de Paralellweg West. Utrecht en Den Bosch is per fiets optimaal bereikbaar. Openbaar vervoer tussen oost en west wordt significant verbeterd, doordat de mobiliteitshub met het openbaar vervoer heel goed bereikbaar is .
5. Economie: Culemborg is groot geworden in de maakindustrie. Daar zijn we trots op en dat willen we voor de toekomst behouden. We moeten een ondernemende stad blijven. Door nadruk te leggen op de circulaire economie en innovatief ondernemerschap te stimuleren. Lokale werkgelegenheid willen we behouden of uitbreiden door de kenniseconomie met de komst van high tech bedrijven te versterken.
6. Buitengebied: We willen het buitengebied behouden en streven naar duurzame landbouw en natuurbeheer. Als agrarische bedrijven stoppen, willen wij duurzame initiatieven ondersteunen. Denk daarbij aan het maken van een voedselbos. Een andere manier om meer lokaal voedsel te produceren, is het mogelijk maken van verticale landbouw.
7 Gezond leven: Er moet voldoende ruimte zijn om te kunnen sporten en bewegen. Dat betekent ook veel groen in de wijken met ruimte om elkaar te ontmoeten en te ontspannen. Recreatie en natuurbeleving komen prachtig samen in de toekomstvisie op de Redichemse waard. De Redichemse Waard moet een belangrijke plek krijgen in de omgevingsvisie.
Goed participatieproces: Tot slot. De Omgevingsvisie bepaalt hoe onze mooie stad Culemborg er in de toekomst uit gaat zien. Wat voor stad willen we zijn in 2040? Een stad voor gezond stedelijk leven met behoud van het landschap en waar iedereen gehoord wordt. Dat vraagt veel van een goed participatieproces.
Kees van der Zaag